Je maakt er waarschijnlijk meer gebruik van dan je d’r erg in hebt, met een smartwatch, stappenteller, of aanbevelingen op Spotify. Maar data in zorg gebruiken, dat is niet zo vanzelfsprekend.
We praten erover. Maar we doen het nog niet. Sterker nog, we voelen weerstand.
Waarom? Omdat data ingewikkeld klinkt, die zit vast in systemen. Data klinkt koud en onpersoonlijk. Het is niet gezellig. En al helemaal niet menselijk of compassievol.
Nu komt de ‘maar’ (je voelde 'm waarschijnlijk al aankomen):
data an sich is niet persoonlijk of onpersoonlijk. Het hoeft zelfs niet ingewikkeld te zijn. Het gaat erom wat je ermee doet.
Ik wil data gebruiken om gesprekken te ondersteunen. Om bloot te leggen wat anders onzichtbaar blijft. Om onderbouwde keuzes te maken en richting te geven.
Daarvoor heb je niet alleen de data zelf nodig, maar ook een goede interpretatie. Een visualisatie die zichtbaar maakt wat er gebeurt, die context geeft. Data gaat pas wat doen als je die met de juiste mensen bespreekt. Dán is het op z'n sterkst. Dan kom je via patronen en interpretatie bij emotie, diepgang en compassie.
Voor mij werkt dit op 2 niveaus. In behandelingen, uiteraard. Maar ook op organisatieniveau. Met data geven we samen waardegedreven zorg vorm.